Energie-U op de koffie bij ... Joop Oude Lohuis

In deze rubriek gaan we op de koffie bij allerlei partijen die een rol spelen in de Utrechtse warmtetransitie zoals de gemeente Utrecht, meer in het bijzonder: Joop Oude Lohuis. Door deze informatieve en inspirerende gesprekken willen we alle Utrechters positief deelgenoot maken van de warmtetransitie in onze stad.

Op de veranda bij Joop Oude Lohuis van gemeente Utrecht

Joop is een reiziger. Over de wereld, zo reisde hij in de jaren ‘80 van China (“toen dat land net open was”) door het hooggebergte naar Pakistan en ook door de energietransitie. Van de Gasunie, via het ministerie van VROM, de toenmalige koepel van de energiebedrijven EnergieNED, het RIVM waar toen hij er zat het Planbureau voor de Leefomgeving uitgroeide naar Ecofys en nu het directeurschap van het energieprogramma van de gemeente Utrecht. De stad waar hij begin jaren ‘90 met zijn vrouw neerstreek, in een inmiddels ruim honderd jaar oude woning in de Zeeheldenbuurt. 

We spreken met Joop Oude Lohuis. Bij hem thuis. Waar sprake is van energietransitie en van klimaatadaptatie. “Er zit hier een harde kleilaag vlak onder de grond dus bij heftige regenbuien staan de tuinen en ook de souterrains allemaal onder water. Je zag net op straat denk ik wel dat er gegraven wordt in de wijk: een extra tweede rioolbuis, voor het regenwater. De gemeente legt ‘m aan, wij kunnen kiezen of we aansluiten. ik hoef mijn buren niets meer over klimaatverandering uit te leggen.” 

En de energietransitie? Joop heeft de officiële weg gevolgd: “Mezelf aangemeld op jouwhuisslimmer.nl, een advies gevraagd, een adviseur over de vloer gekregen die een prima adviesrapport opleverde. Ik laat de enkelsteens buitenmuur, dus zonder spouw, aan de binnenkant isoleren. Met 2 centimeter resol. Isoleert net zo goed als 10 centimeter spouwvulling!” De oude houten vloer (“Balken van Canadees grenen, ruim honderd jaar oud en nog altijd in perfecte staat”) krijgt een nieuwe bovenlaag, met vloerverwarming. Joop laat de dunne groene slangen zien in het lichte kunststof frame. Fanny en Sander herkennen dit uit ANNE, waar in de achterste zaal dit systeem ook zit, als showcase. “De gasketel laat ik nog een paar jaar hangen, even kijken wat de piekvraag straks nog is.” 

De man die aan de basis stond van de energiebelasting en zich nu namens onze gemeente bij de ministeries inzet voor instrumenten en middelen voor gemeentelijke energiebeleid, laat thuis dus voorbereidingen voor aardgasvrij wonen uitvoeren. “Ik ben direct een app-groep begonnen voor de buurt zodat ze kunnen meekijken. Hier in de buurt waren wel eens plannen voor een collectieve warmte/koude-installatie in de binnentuinen.” Maar dan blijkt al snel hoe ingewikkeld het is om als bewoners gezamenlijk iets af te spreken.

"Je moet ergens aan kunnen draaien om de samenleving duurzamer te maken. Dan hoef je niet steeds te verplichten."

We hebben knoppen nodig om aan te draaien

“Bij VROM zochten we destijds naar knoppen. Je moet ergens aan kunnen draaien om de samenleving duurzamer te maken. Dan hoef je niet steeds te verplichten. Voor nieuwbouw werd de EPC ingevoerd. Bouwers konden zelf kiezen hoe ze tot een laag energiegebruik kwamen, als ze de totaalnorm maar haalden. We bedachten dus de energiebelasting, vooral voor huishoudens en andere kleinverbruikers. Grootverbruikers vallen onder het Europese CO2-emissiehandelsregime. De middengroep valt er nog tussen. Gemeenten krijgen nu de regie maar hebben eigenlijk nog geen knoppen. Die komen er wel: met de Regionale EnergieStrategie en ook via de transitievisie warmte en de wijkgerichte aanpak.” 

Dat is waar Joop zich voor wil inzetten sinds hij in 2016 bij de gemeente Utrecht ging werken: instrumenten en mandaat van burgers om duurzamer te worden. De vrijblijvendheid moet eraf. Hij leerde de gemeente goed kennen via de Stadsgesprekken energie uit 2015. Joop voedde als ingehuurd consultant de via loting geselecteerde bewoners met informatie, zodat zij een goed plan konden maken. Dat plan is al snel vergeten geraakt, merken we op. “Zeker niet! aldus Joop. Het is zelfs de basis voor alles wat we op energiegebied doen. Al moet het misschien wel geactualiseerd worden, we zitten inmiddels in een nieuwe fase. Maar in wezen kun je alles wat we doen herleiden naar dat energieplan en de duiding die het College eraan gaf via de Energie Agenda's.”

Nieuwe fase

De vrijblijvendheid is er inmiddels wel af. In Overvecht-Noord zijn bewoners met hoofd- of buikpijn vanwege de plannen om hun huizen aardgasvrij te maken. We bespreken de betaalbaarheid van de plannen. “Een belangrijke belemmering nu is gebrek aan financiële middelen om bewoners echt te helpen in de transitie.” Het stond op ons lijstje gesprekspunten, Joop komt er zelf mee. “We hebben hier veel minder geld dan andere grote steden. Amsterdam heeft 150 miljoen euro beschikbaar voor de energietransitie, vooral uit de andere systematiek voor grondexploitatie die ze daar hebben. Den Haag en Rotterdam hebben tegen de 100 miljoen, uit verkoop van Eneco. Utrecht verkocht de Remu lang geleden aan Eneco en dat geld is wel zo ongeveer op. En wat we nu hebben, 4 tot 6 miljoen programmageld, is hartstikke belangrijk om goed beleid te maken en partijen in de stad te ondersteunen, maar niet om de onrendabele top in alle investeringen weg te nemen.” 

Dat moet veranderen, in eerste instantie bij het rijk, omdat deze de gasprijs kan sturen en een investering in je huis betaalbaarder kan maken. Op gemeentelijk niveau kunnen we, behalve de subsidie uit de pilot aardgasvrije wijken, onze ambitie niet met eigen middelen ondersteunen. “We kunnen niet meer van de mensen vragen dan redelijkerwijs betaalbaar is. In Overvecht-Noord is dat voelbaar. Je brengt de opgave bij mensen thuis en we kunnen alleen aan de slag met de bewoners die willen en waar het ook financieel aantrekkelijk is.”

Geothermie of een plan B?

Hoe gaan we Utrecht verwarmen zonder aardgas? En misschien nog concreter: wat als geothermie níet de grote nieuwe warmtebron wordt? In het “koffiegesprek” met Greenvis lees je hier meer over. 

Joop schat de kans dat geothermie in Utrecht groot wordt op 50/50. Wij vragen of de gemeente ook werkt aan scenario’s voor het geval geothermie niet voldoende beschikbaar blijkt. “De schaarste zit ‘m in hoge temperatuur warmtebronnen. We hebben nou eenmaal weinig restwarmte hier van hoge temperatuur. We zullen dan ook veel beter moeten kijken naar vraag en aanbod en het bijbehorende temperatuurniveau: welke gebouwen en gebieden hebben nou echt hoge temperaturen nodig? Leidsche Rijn bijvoorbeeld heeft nu hoge temperatuur stadsverwarming, maar die woningen zijn misschien eenvoudig geschikt te maken voor een lagere verwarmingstemperatuur. Want bronnen van lagere temperaturen hebben we wél in overvloed: kijk alleen al naar het Amsterdam-Rijnkanaal. Als je daar hoge temperatuur warmte van wilt maken heb je wel weer elektriciteit nodig. Dat is weer aantrekkelijk als er meer duurzame elektriciteit beschikbaar is, bijvoorbeeld windmolens in Rijnenburg.” 

Kunnen we geothermie zien als een voortzetting van de huidige stadsverwarming? 

Joop denkt even in stilte, en dan weer hardop. “Nee. Bij geothermie hoort ook een ander systeem dan nu. Je gaat een slimmer en groter warmtesysteem maken. Met veel opslag want geothermie wil je het liefst het hele jaar door laten draaien, ook in de zomer als er weinig warmtevraag is. Maar zonder geothermie is een uitbreiding van het grote warmtenet moeilijk en gaan we naar een situatie met veel lokale warmtesystemen.” 

“Welke optie en welk scenario dan ook, er gaat veel veranderen in hoe we onze stad en huizen gaan verwarmen.” We brengen in dat tot nu eigenlijk nog altijd alleen stadsverwarming (groot, collectief, geen keuze) en warmtepompen (klein, letten op geluid, hele woning aanpassen) bekend zijn. Bij Energie-U kijken we dan ook graag naar andere systemen, zoals bijvoorbeeld Mijnwater, wat in Heerlen is ontwikkeld en daar gewoon bestáát. Je zou kunnen zeggen dat dat systeem de voordelen van stadsverwarming en warmtepompen combineert: collectief zodat niet iedereen alles thuis zelf hoeft te doen, en lagere temperaturen zodat veel lokale bronnen mogelijk zijn, inclusief uitwisseling. Je kunt zelfs thuis ook producent zijn, net als nu bij elektriciteit. 

Joop aarzelt. “Ik ken Mijnwater. Zou fantastisch zijn. Maar is zoiets nou écht toepasbaar hier? Is het haalbaar? Is het opschaalbaar? Helpt het bij participatie, zijn bewoners eerder geneigd hieraan mee te doen dan aan iets anders? Als jullie met een krachtige, overtuigende hypothese komen, sta ik daarvoor open. “

"Utrecht maken we samen is het centrale motto van de stad en geldt zeker hier."

Energie-U

De energietransitie komt dus in een nieuwe fase. Het raakt ook bewoners die er níet om vragen. Hoe ziet Joop de rol van Energie-U in de transitie? “De energietransitie kan alleen maar slagen samen met corporaties en eigenaar-bewoners. Utrecht maken we samen is het centrale motto van de stad en geldt zeker hier. De gemeente doet naar mening nog te weinig met de kracht en de initiatieven vanuit de buurten en investeert daar ook nog te weinig in. Energie-U kan prima helpen om dat te verbinden en te versnellen. Ga goed nadenken over hoe je dat vorm geeft. Je vergroot je kracht als het initiatief zelf zo veel mogelijk op de voorgrond staat.”

Vragen of tips?

De Utrechtse energiecoöperatie Energie-U wil graag dat alle Utrechters zich positief deelgenoot voelen van de warmtetransitie in onze stad. Dit doen we door te informeren, inspireren en activeren. Een nieuwe activiteit is de rubriek ‘Energie-U op de koffie bij…..’ waarin we bijpraten met allerlei partijen die een rol spelen in de Utrechtse warmtetransitie. We hebben het over actuele ontwikkelingen, over wat ons bezighoudt, over hoe we beter en resultaatgericht kunnen samenwerken. Ken jij een partij die in deze serie niet mag ontbreken? Of heb je een brandende vraag waar je graag het antwoord op wilt? Geef het aan ons door via info@energie-u.nl