Veelzeggend beeld na afloop: een tiental bezoekers stond nog lang rondom spreker Robert Jan van Egmond. We brachten hem maar een drankje want na zijn drie kwartier presentatie kreeg hij dus nog zoveel vragen dat hij niet van zijn plek kwam. Zoveel leergierigheid in de zaal. Over mini-warmtenetten dus.
Henk Hendriks is vanuit Energie-U als projectleider betrokken bij energieteam Oost. Hij vond in Utrecht-Oost een groep bewoners die hun huizen aardgasvrij willen verwarmen. Stadsverwarming leek een optie maar Eneco verkoopt geen aansluitingen meer. Individuele warmtepompen, wellicht kan het, maar buitenunits zijn die nou zo geweldig, en: kan het ook anders? Zo kwamen ze op “mini-warmtenetten”. Henk organiseerde er een mini-symposium over. In UCo, thuisbasis van Energie-U.
Gerbert Hengelaar uit Overvecht-Noord deed jarenlang zijn best om met buurtgenoten goed mee te gaan in het grote aardgasvrijtraject dat de gemeente daar leidde. Het bracht hem op het idee dat mini-warmtenetten wel eens een mooie en wél werkbare optie kunnen zijn. De grote stadsverwarming riep veel vragen op en bleek uiteindelijk niet realiseerbaar. Bij een warmtepomp per huis, waar Gerbert en buurtgenoten hard aan werkten, moet iedereen wel echt meewillen én -kunnen. Hij ging vanuit zijn werk bij Next2Company met mini-warmtenetten aan de slag en vond provincie Utrecht bereid om pilots te starten.
Hier vind je heel veel informatie, zoals een stappenplan, businesscase, quickscan en factsheet.
Energie van Utrecht, onze koepel van energiecoöperaties in de provincie, pakte dat verder op. Sophie Schut vertelde erover op het “mini-symposium” dat Energie-U op donderdagavond 13 november organiseerde over mini-warmtenetten. De andere spreker was Robert Jan van Egmond van TKI Urban Energy, de landelijke organisatie die werkt aan kennis en innovatie op energiegebied.
Er waren bezoekers uit stad en regio Utrecht. De helft van de aanwezigen noemde zichzelf beginner in dit onderwerp, de andere helft gevorderde. Iedereen wilde alles weten. Sander Willemsen van Energie-U opende de bijeenkomst en zei dat Energie-U altijd al dacht dat er meer moest zijn tussen de grote stadsverwarming en de kleine warmtepomp. Dat bleek.
Sophie vertelde over de zes pilots in de provincie. Haar presentatie vind je onderaan dit artikel. Het gaat om concepten die echt mini zijn, of misschien wel micro: drie huizen met een warmtepomp per huis en een gezamenlijke “bodemlus”: een slang diep de grond in waar een vloeistof door stroomt die niet bevriest en die warmte uit de bodem opneemt en afgeeft aan de warmtepompen. Die hebben zo geen buitenunit nodig. Met één boring van ongeveer 150 meter diep moet het mogelijk zijn drie huizen goed van een warmtepomp te laten genieten. De pilots wezen uit dat de kosten van de boring belangrijk zijn, daarom eentje per drie huizen. Uit de zaal kwam de vraag wat dit voor gemeente Utrecht betekent waar in grote delen niet dieper dan 50 meter geboord kan worden vanwege de drinkwaterlaag die daar net onder zit. Lijkt belangrijk en zoeken we uit. Overigens is micro met aquathermie ook mogelijk, kijk maar naar wat ze in Soest presteerden.
Als je die bodemlus eenmaal hebt, ben je voor een jaar of dertig wel zo’n beetje klaar. De pompen in de warmtepompen zorgen voor druk op de vloeistof zodat die blijft stromen dus er is eigenlijk geen onderhoud nodig. Er is dus eigenlijk ook geen bedrijf nodig dat bodemlus plus leidingen naar de huizen beheert of exploiteert. De juridisch meest praktische constructie om het eigendom van de lus te delen lijkt “mandeligheid” te zijn. Beter dan een VVE-constructie of een coöperatie hiervoor optuigen of gebruiken. Wel moet je de kosten opbrengen met z’n drieën en het kan handig zijn om hier wel een constructie voor op te tuigen als je de investering niet kunt of wilt opbrengen.
Robert Jan vertelde over zeer lage temperatuur warmtenetten. ZLT. Die lijken op de lus van Sophie maar zijn groter en hoeven niet per se de bodem als bron te hebben. Oppervlaktewater kan en bijvoorbeeld ook warmte die vrijkomt bij koeling van supermarkten. “Die kan je gewoon ophalen”. Je kan denken aan een systeem als bij glasvezel, waar een bedrijf de kabel aanlegt onder de stoep en waarbij ieder huishouden kan aansluiten. Hoeft niet. Bij een groot warmtenet met een temperatuur van vaak 70 graden, wil je voordat je gaat aanleggen zeker weten dat minimaal 70% van de huishoudens gaat aansluiten (en betalen). Anders is die investering te duur en te onzeker. Bij het ZLT-net zoals Robert Jan het voor zich ziet, hoeft dat niet. Sluit maar aan als je eraan toe bent. Je moet dan nog wel zelf een bijpassende warmtepomp kopen. Dat is er dus ook hier eentje zonder buitenunit dus zonder gezoem, gedoe over lelijkheid en zonder vervangingskosten ervan.
Robert Jan had zoveel informatie, van visie en missie tot technische concepten, dat de eindtijd van de avondbijeenkomst in gedrang kwam. We wilden ook nog nababbelen en ideeën uitwisselen. Ofra Wentink van Energie-U ging rond om namen te noteren van Utrechters die met dit onderwerp verder willen. Een nieuwe werkgroep is geboren. We organiseren een eerste bijeenkomst met deze tien mensen, bespreken ideeën, situaties en behoeftes, voegen de passende expertise toe en zorgen er zo voor dat er in Utrecht echte transitieprojecten komen op dit gebied. Want we hebben in onze stad dit soort initiatieven heel hard nodig. Gelukkig zijn er altijd Utrechters, vanuit alle delen van de stad (hier van oostelijk Oost en zuidelijk Lunetten tot westelijk Leidsche Rijn en mensen die ertussen wonen) die opstaan en iets gaan DOEN. Bij Energie-U zijn we dan helemaal gelukkig.
Heb je ook interesse in mini-warmtenetten? Bekijk de presentaties en andere informatie die we hier hebben staan. Wil je meedoen met de werkgroep mini-warmtenetten, laat dat dan weten via ea@energie-u.nl.